Zingen en muziek zijn mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader is musicus, mijn opa en overgrootvader waren dat ook. Ieder op zijn manier, de overeenkomst is dat ze mensen tot zingen en musiceren brengen/brachten, op scholen en in de kerk.
Toen ik 4 jaar was begon mijn vader aan het conservatorium. Hij had het druk, hij studeerde vaak op zolder en had ook nog een baan in het onderwijs. Maar als hij mijn zusje en mij ’s avonds naar bed bracht las hij ons voor en zongen we samen “ik ga slapen, ik ben moe”. Ik leerde de tweede stem spelen op mijn blokfluit. Dat floot ik dan terwijl mijn vader en mijn zusje Joke zongen. Ik ken mijn partijtje nog. Op de rand van mijn bed oefende mijn vader vervolgens de correcte uitspraak van liedteksten. Mijn vader komt oorspronkelijk uit Puttershoek, vlakbij Rotterdam, daardoor had hij een brouwende R en dat mocht niet op het conservatorium. Met het woord “dropdrankje” wat hij langzaam uitspraak, dan werd het “duropdurankje”, oefende hij een “goede” rollende R. Het is hem nooit gelukt die R in zijn systeem te krijgen ;-). Ik denk met een heel warm gevoel terug aan dat moment zo vlak voor ik ging slapen.
Al jong ging ik op pianoles en zong ik in het kinderkerkkoor. Van oefenen heb ik nooit gehouden en ik koos liever mijn eigen repertoire, daardoor was pianoles geen groot succes, althans niet zo lang ik iets moest presteren. Zingen daarentegen vond ik heerlijk. Ik weet nog dat ik samen met de dochter van de dirigente een lied mocht zingen in de kerk voor de hele gemeente. Het galmde heerlijk in zo’n kerk en ik genoot ervan om zo voor iedereen te zingen.
Toen ik 11 jaar was vertrok ik met mijn familie naar een kleine nederzetting (Nes Amim) in Israel. Mijn vader startte er een koor waar ik al in meezong toen ik nog vrij jong was. Verder zongen mijn zussen en ik vaak tijdens de afwas, we improviseerden wat af. Dat ging overigens niet altijd zo, we maakten ook heel wat ruzie over wie er moest wassen en wie drogen. De geluiden die dan klonken waren vermoedelijk wat minder lieflijk en harmonieus 😉
Heel bijzondere herinneringen bewaar ik aan de tijd dat we wild kampeerden aan de Loire ergens middenin Frankrijk. We woonden inmiddels weer in Nederland hadden onze eigen gezinnen met jonge kinderen. We stonden met allemaal kampementen bij elkaar in de buurt. We aten vaak samen, zwommen, maakten grote vuren en… we zongen. Terwijl de kleine kinderen er tussendoor scharrelden en er af en toe een sluier verschoond werd zongen we heel vaak, vooral veel liederen die we mee hadden genomen uit Israel. Vast ritueel werd dat we de vakantie afsloten met zingen in een klein middeleeuws dorpskerkje vlak in de buurt. Er hing daar een heel bijzondere sfeer, bijna magisch en tegelijkertijd ook heel aards, de duivenpoep zat overal.
Ik heb ook hele periodes weinig gezongen, althans niet in een groep. (Ik zong wel veel met mijn kinderen) Ik ging steeds meer mijn eigen leven leiden en we zongen minder met de familie samen. Op zich wilde ik wel zingen in een koor, maar ik wilde qua sfeer liefst zoiets als aan de Loire, los en ongedwongen, puur natuur. Daarnaast heeft ook lange tijd mijn kritische, prestatiegerichte instelling me ervan weerhouden om te zingen, het moest goed zijn en zuiver…
Een paar jaar geleden trok ik de stoute schoenen aan en ik ging zingen bij een klein ensemble. Ik vond de muziek mooi en de mensen aardig, maar toch… ik mistte iets. Het ging me teveel om de nootjes, het studeren en ik mistte het plezier. Na 2 jaar ben ik er gestopt.
Na wat omzwervingen, een workshop en mantra zingen met Jan Kortie, zingen met Claartje Kocken op de Vrije School in Zeist kwam ik steeds dichter bij dat waar ik zo naar verlangde, vrij en met plezier samen zingen. Liefst zing ik eenvoudige liederen waarbij ik op den duur niet meer na hoefde te denken.
Ik volg al heel wat jaren verschillende opleidingen bij het Itip, School voor Leven en Werk. Het zijn geen opleidingen waarmee ik iets word en een diploma voor krijg. Het zijn opleidingen die me helpen steeds meer te ontdekken wie ik nou in wezen ben en wat bij mij past. Het heeft mij een enorme impuls gegeven om mezelf steeds meer te zien en accepteren, met al mijn imperfecties en rafelige kantjes. Ik ben steeds meer uit mijn schulp gekropen, doe steeds meer de dingen waar ik van hou en waar ik blij van word. Zo sudderde het al een tijdje dat ik iets met samen-zingen wilde gaan doen. Maar ja, er sudderde en suddert wel meer…
Toen ineens, heel onverwacht, overleed 3 weken geleden mijn lieve kleine nichtje Pien van nog geen 2 jaar oud. We zijn er met z’n allen kapot van in de familie en missen haar heel erg.
Twee weken geleden was de afscheidsviering. Mijn zusje Machteld, de moeder van Pien vroeg wie er iets wilde zeggen/doen die dag. “Ik!” zei ik gelijk, terwijl ik nog geen idee had wat dan. En ineens wist ik het, ik wilde een lied zingen, met iedereen die maar mee wilde doen. Ik had al een tijdje een melodietje in mijn hoofd, die ontstaan vanzelf bij mij en die kan ik weken lopen neuriën. Dat werd de melodie voor het liedje voor Pien. De tekst ontstond ’s ochtends een keer in bed.
Ik voelde dat ik dit heel graag wilde doen en tegelijkertijd ook hoe ontzettend spannend ik het vond. En ik vroeg me af of ik het wel kon, want steeds als ik het liedje zong werd ik heel erg verdrietig en moest ik huilen.
Ik heb een week lang geoefend in het mezelf kalmeren als ik verdriet op voelde komen. Dan zocht ik de grond onder mijn voeten, de stevigheid in mijn bekken en de rust in mijn buik. En ik nam me voor dat het niet perse hoefde, als het niet zou gaan, dan zou ik het niet doen. Zo ging ik naar het afscheid van Pien.
Er waren heel veel mensen naar het afscheid gekomen. Naarmate het moment naderde dat ik zou gaan zingen ging mijn hart hoe langer hoe meer tekeer. Toen was het zover, ik liep naar voren en ineens vlak voor ik de verhoging opstapte waar ik zou zingen stond Marijn, mijn dochter naast me om me te steunen omdat ze wist hoe spannend ik het vond. Wat een verrassing en wat fijn. Ze kwam als een geschenk uit de hemel. Daar stond ik dan. Ik vertelde dat ik een liedje had gemaakt en dat ik niet wist of ik het uit m’n strot zou krijgen. Ik trilde als een rietje.
En toen ineens, ik weet niet wat me overkwam, ik voelde een enorme spirit en kracht en ik zong en zong en zong zoals ik volgens mij nog nooit heb gezongen. Steeds meer mensen zongen mee, ik hoorde mijn vader en zus Christien een tweede stem inzetten, het gezang zwol aan en ik voelde me zo gelukkig, zo rijk en gedragen. Het was een heel bijzonder en magisch moment voor mij en ook heel belangrijk. Ik voelde dat ik me ergens van had bevrijd en dat gevoel heb ik nog steeds. Achteraf hoorde ik van veel mensen hoe fijn ze het hadden gevonden dat ik zong, dat het ze ontroerd had en getroost. Nog steeds voel ik de dankbaarheid en ontroering als ik terugga naar dat moment en dat ik dit heb mogen doen en kon doen. En ik voel ook weer hoe ontzettend ik van zingen hou en hoe graag ik dit samen met anderen doe.
Met kleine Pien als grote inspiratiebron en als engeltje op mijn schouder treed ik in de voetsporen van mijn voorouders en wil ik dit nu helemaal gaan doen en organiseren. Het ontroerd me dit zo op te schrijven.
Je bent van harte welkom om met hart en ziel te zingen bij mij thuis. Een keer in de maand op vrijdagavond organiseer ik “ZING EN LEEF!”