Hoe het zingen begon

In het voorjaar van 2016 overleed heel plotseling mijn nichtje Pien, ze was nog geen 2 jaar. Mijn zus, de moeder van Pien, zei ‘Als je iets in haar afscheidsdienst wil doen, graag.’ In een impuls zei ik ja, hoewel ik nog geen enkel idee wat dan.

Het werd een lied, een lief, klein, simpel liedje voor Pien. En blijkbaar was het een aanstekelijk liedje, want toen ik het zong voor een afgeladen zaal, gingen mensen spontaan meezingen. Eerst een paar aarzelend, maar gaandeweg werden het er steeds meer. Het werd meerstemmig, voller en rijker, het was magisch en ik wist, dit wil ik vaker doen, zingen met mensen. 2 maanden later zat onze huiskamer in Amersfoort vol en hadden we onze eerste zangbijeenkomst. Zo bracht Pien haar dood weer iets in mij tot leven.

Samen-zingen kwam niet uit de lucht vallen, ik kom uit een muzikale familie. Mijn vader is fluitist en koordirigent en er werd bij ons thuis altijd gezongen en gemusiceerd. Mijn opa was organist en koordirigent en mijn overgrootvader dirigent van een harmonie. Kortom het zit in mijn genen en met de steun in mijn rug van mijn voorouders organiseer ik sindsdien zangbijeenkomsten.